Johannes van het Kruis, poëzie ter ere van de Here en de erotiek


Johannes van het Kruis of Juan de la Cruz werd geboren als Juan de Yepes in Fontiveros, provincie Ávila, op 24 juni 1542. Van zijn vader, Gonzalo de Yepes, is bekend dat deze door zijn familie werd uitgestoten omdat hij een zijdeweefster, Catalina Alvarez, zwanger had gemaakt en met haar was getrouwd. Hij stierf na de geboorte Juan, die zijn derde kind was. Daarom bracht zijn moeder hem naar de Colegio de la Doctrina, een soort weeshuis. Daarna kwam hij in het hospitaal De las bubas terecht.

Johannes van het Kruis was een mystiek dichter en kerkleraar. Na zijn dood werd hij in 1726 door het Vaticaan heilig verklaard.

In 1563 trad Juan in bij de Karmelieten, in het Santa Ana klooster in Ávila, onder de naam Juan de San Matías. Hij zou Teresa van Avila bijstaan bij haar stichtingen van contemplatieve kloosters waarin de Heer beter gediend zou worden. In deze kloosters werden de oude constituties van de Karmelieten gehandhaafd. Om als orde te kunnen overleven en toetredingen te bewerkstelligen, waren de Karmelieten gedurende jaren verplicht geweest om hun regels te versoepelen. Juan en Teresa kwamen daartegen in opstand en zouden zo de grondleggers worden van de reformatie in Spanje.

Het eerste klooster was dat van San José in Medina del Campo. Het werd in 1567 gesticht zonder toestemming van bisschop Mendoza. Deze was tegen de stichting, omdat een klooster dat de oude regels wilde naleven, geen vaste inkomsten mocht hebben, en dus aangewezen was op giften. Teresa mocht geen aanleiding zijn tot het lijden haar medezusters. De stichting werd daarom door Teresa in het geheim toch voltrokken. 's Nachts werd het huis ingericht dat als klooster ging dienen en 's ochtends werd er de eerste mis gehouden. Hierna kon het klooster alleen nog ontbonden worden door de generaal van de orde in Rome.

Juan zou Teresa ook helpen om de Encarnation, het klooster waar Teresia oorspronkelijk vandaan kwam, te hervormen, door als biechtvader op te treden. Later zou Juan Teresa begeleiden bij illegale stichtingen in het zuiden van Spanje, waarvoor zij geen toestemming kreeg van de ordesgeneraal Rubeo. Hierdoor wordt Juan opgesloten en gegeseld wegens ongehoorzaamheid. Tijdens zijn opsluiting te Toledo in 1575 overdacht hij de weg naar God (geestelijke ontsnapping).

Nadat de afsplitsing van de Ongeschoeide Karmelieten officieel was ingezet, zou hij in zijn poëzie de Heer loven. Zijn belangrijkste gedicht is El Cántico Espiritual of 'Het geestelijk Hooglied'. Hierin vergelijkt hij de Heer met een hert. Hij zegt door dit hert te zijn verwond (de genade van God is zo groot dat het hem als mens verwondt in de ziel) en hij zwerft rond op zoek naar het hert dat van hem is weggevlucht. Hij vraagt aan de herders en aan de bloemen om het hem te komen vertellen als ze Hem zien. Op het einde vindt er een vereniging plaats tussen de ziel (Juan) en het hert (de Heer).

De gedichten van San Juan de la Cruz brengen het religieuze op een duidelijk erotische manier. Dat kan op verschillende wijzen uigelegd worden: de ene denkt aan zijn liefde voor God. Anderen zien dat Juan tijdens zijn leven altijd in de buurt was van Teresa van Ávila en haar in alles wat ze deed steunde. Ook al waren beiden geestelijken, is er de verdenking dat ze iets meer hadden dan alleen een vriendschap op religieuze basis. Hoe ver dat ging, laten we aan ieder voor zich:

Gocémonos, amado,
y vámonos a ver en tu hermosura
al monte y al collado,
do mana el agua pura;
entremos más adentro en la espesura.

(Laten we genieten, liefste,
en kijken binnen jouw schoonheid
naar de berg en het heuveltje,
doe stromen het zuivere water;
laten we meer de dichtheid binnengaan.)

(Fragment uit: El Cántico Espiritual;
vertaling: T. Witmaar)

Een tekening, gemaakt door Johannes van het Kruis, toont Christus aan het kruis van bovenaf gezien. Hieruit wordt algemeen afgeleid dat Juan het geloof overzag. Deze tekening is wereldberoemd geworden dankzij Salvador Dalí, die het verwerkte in een schilderij, El Cristo de San Juan de la Cruz (De Christus van de Heilige Johannes van het kruis; zie boven).

Johannes van het Kruis overleed te Úbeda op 14 december 1591.