De Goytisolos, een literaire familie

Het komt zelden voor dat in één gezin, waarvan de ouders zelf geen aspiraties daarin vertoonden, alle zonen een literaire roeping krijgen. Maar nog zeldzamer is dat ze ook nog allen erkenning krijgen van critici en lezers, en belangrijke letterkundige prijzen in de wacht slepen. Dit gebeurde met de gebroeders Goytisolo. José Agustín, Juan en Luis. De eerste als dichter, behorende tot de zg. 'Generación 50', de tweede als veelschrijver van vernieuwende romans en vooral met een haast onnoembaar aantal essays op zijn naam, en de derde als auteur van een tetralogie, die wordt beschouwd als een absoluut meesterwerk.

De Goytisolo's werden geboren in een Catalaanse burgerfamilie. In 1938, tijdens de Spaanse Burgeroorlog, kwam hun moeder tijdens een bombardement van franquistische rebellen om het leven. José Agustín, de oudste van de drie, was toen tien jaar oud. Deze gebeurtenis heeft vooral hem zijn hele leven achtervolgd, wat gedurende tot uiting is gekomen in verschillende van zijn gedichten, in 1993 samengebracht in de bundel 'Elegías a Juia Gay'.

José Agustín werd in 1928 geboren en studeerde oorspronkelijk rechten. In die periode nam hij deel aan verschillende grote bijeenkomsten tegen het Franco-regime, en kwam daardoor ook meerdere malen in de gevangenis terecht. Uiteindelijk moest hij naar Madrid vluchten, waardoor hij in aanraking kwam met José Ángel Valente, José Manuel Caballero Bonald, Alfonso Costafreda, Ángel González en Jaime Gil de Biedma, met wie hij de 'Generatie van de jaren 50' zou vormen. Deze groep was sterk begaan met de terugkeer van de democratie.

Zelf noemde Goytisolo zijn werk daarom liever niet sociaal, maar eerder politiek. Door critici wordt het wel omschreven als neo-humanistisch. Gevleugeld zijn zijn eigen woorden 'En poesía, lo peor es seguir la moda' (In de dichtkunst is het slechtste om de mode te volgen), die duidelijk zijn intenties weergeven. 

Vooral in de jaren vijftig kreeg José Agustín verschillende prijzen toegekend voor zijn gedichten. Vooral het gedicht 'Palabras para Julia' spreekt daarbij tot de verbeelding, geschreven voor zijn dochter en tegelijkertijd verwijzend naar zijn moeder -naar wie zijn de eerste vernoemd werd. Het werd muzikaal verwerkt door diverse artiesten, waaronder Paco Ibañez en Kiko Veneno. Dit gedicht geeft ook goed het autobiografische aspect aan in het werk van de dichter.

José Agustín overleed in 1999 door een val van zijn balkon bij het afstellen van een zonnescherm.

Juan was van 1931 en misschien wel het meest succesvol en gewaardeerd van de drie broers. Hij kreeg de twee meest prestigieuze literaire prijzen van Spanje toegekend, de 'Premio Nacional de la Letras Españolas' en de ´Premio Cervantes'. Zijn eerste romans vallen onder het zg. ´sociaal-realisme'. Daarvan werd zijn debuut, 'Juegos de manos' (1954), door hemzelf aangepast voor de Italiaanse film 'Gioco di morte' uit 1980 van Enzo Tarquini.

In 1966 brak hij met deze stijl in de roman 'Señas de identidad'. In plaats van één alleswetende verteller, die de lezer de verantwoording geeft voor het 'beoordelen' van de personages, ging hij over tot meerdere gezichtspunten met meerdere vertellers en het doorbreken van de chronologie in het verhaal. Hij toonde vanaf dat moment ook een grotere diversiteit van stijlen in zijn proza. In 2012 besloot Juan voorgoed geen fictie meer te schrijven en zich geheel te wijden aan het essay.

In 2017 overleed hij in Marrakech, waar hij sinds de dood van zijn echtgenote in 1996 woonde.

Luis (1935) is vooral bekend dankzij zijn tetralogie 'Antalogía', die hij tussen 1973 en 1981 schreef. De Franse Nobelprijswinnaar Claude Simon (1913-2005) beschouwde dit werk -een verhandeling over de roman zelf, waarin een schrijver de hoofdpersonage is- als één van de drie belangrijkste oeuvres van de 20ste eeuw.

Ook Luis begon zijn schijverscarrière binnen het sociaal-realisme, maar draaide langzaam maar zeker naar andere uitingsmogelijkheden en prioriteiten. Net als zijn broer ontving hij de belangrijke Spaanse 'Premio Nacional de la Letras Españolas'. Dat gebeurde in 2013.

La vida es bella, ya verás
como a pesar de los pesares
tendrás amigos, tendrás amor.

(...)
Pero yo cuando te hablo a ti
cuando te escribo estas palabras
pienso también en otra gente.

Tu destino está en los demás
tu futuro es tu propia vida
tu dignidad es la de todos.

Het leven is mooi, je zult zien / dat je ondanks alle verdriet / vrienden, liefde zult ontmoeten. (...) Maar terwijl ik je aanspreek / terwijl ik deze woorden schrijf /denk ik aan andere mensen. Je bestemming is in de anderen / je toekomst is in je eigen leven / je waardigheid is die van allen.

(uit: 'Palabras para Julia', Woorden voor Julia, van José Agustín Goytisolo)

Inleidende afbeelding: Broers en zus Goytisolo (v.l.n.r. Luis, Juan, José Agustín en Marta).