Cervantes, hoogtepunt van de Spaanse literatuur


Over de vroege jeugd van Miguel de Cervantes Saavedra (Alcalá de Henares, 29 september 1547 – Madrid, 23 april 1616) is weinig bekend. Hij was zoon van Rodrigo de Cervantes, barbier-chirurg. Zijn familie woonde onder meer in Sevilla, waar de jonge Miguel mogelijk de jezuïetenschool volgde.

In 1566 vestigde het gezin zich in Madrid. Het eerste spoor dat we van Cervantes hebben als schrijver, dateert uit 1569 en komt uit een literaire compilatie van de directeur van de humanistische academie in Madrid, López de Hoyos. Hierin prijst deze laatste Cervantes als 'onze jonge en dierbare leerling' en sluit ook enkele van Cervantes gedichten opgedragen aan de nagedachtenis van de pas overleden koningin, Elisabeth van Valois (1546-1568). Hoewel Cervantes katholiek was, maakte zijn sefardische afkomst het hem niet gemakkelijker in het Spanje, waar een strenge inquisitie heerste. In 1569 verliet hij daarom het land en trok naar Italië, in dienst van Giulio Acquaviva, die in 1570 kardinaal zou worden. In Italië publiceerde Cervantes enkele elegieën.

Als militair in het Spaanse leger vocht Cervantes in 1571 tegen de Ottomanen in de Slag bij Lepanto. Tijdens deze gevechten raakte hij gewond en zijn linkerhand zou nadien voorgoed verlamd zou blijven. Hij werd daarom dan ook El manco de Lepanto (de éénarmige van Lepanto) genoemd, hoewel de arm niet geamputeerd was. Hij keerde overigens niet meteen naar Spanje terug, maar vertrok eerst nog naar de Spaanse Nederlanden -waarschijnlijk nog steeds als soldaat. Toen hij echter in 1575 naar Spanje wilde terugkeren, werd hij door piraten uit Algiers ontvoerd. Daar kwam hij pas uit vrij nadat in 1580 losgeld was betaald.

Terug in Spanje huwde hij in 1584 met Catalina de Salazar y Palacios en publiceerde meteen daarop La Galatea (1585). Korte tijd was hij actief als leverancier en belastingambtenaar, maar in 1597 begon hij dan toch met het schrijven van zijn meesterwerk, Don Quichot. Hij zat inmiddels wel gevangen, in Sevilla, wegens onbetaalde schulden. In 1605 publiceerde hij het eerste deel, El Ingenioso Hidalgo Don Quixote de la Mancha -in het Nederlands 'De vernuftige edelman Don Quichot(te) van La Mancha'. Het tweede deel verscheen pas 10 jaar later, in 1615. In die tussentijd voltooide hij ook Novelas Ejemplares, een collectie van 12 korte verhalen. Nog in 1615 gaf hij Ocho Comedias y Ocho Entremeses Nuevos Nunca Representias uit. Daarin staat zijn beroemdste toneelstuk, La Numancia.

De roman 'Don Quichot' was tijdens het leven van Cervantes uiterst succesvol. Toch stierf de schrijver in armoede (Madrid, 1616). Na zijn dood werd zijn laatste roman Los Trabajos de Persiles y Sigismunda nog posthuum uitgegeven. Dit werk wordt, hoewel minder bekend, door de echte kenners meer geprezen dan datgene, wat algemeen zijn meesterwerk wordt genoemd.

'Don Quijote' werd voor het eerst in het Nederlands vertaald door Lambertus van den Bos in 1657 onder de titel "Den verstandigen vroomen ridder, Don Quichot de la Mancha". Met 12 gravures gestoken door Salomon Savry, was dit de eerste geïllustreerde uitgave van het boek in de wereldliteratuur. Vanwege zijn hele andere perspectief op de ridderromans werd het boek al gauw enorm populair en genoot het enkele herdrukken. Tweemaal werd er een lofdicht gemaakt ter ere van de vertaling. Heden is 'Don Quichot uit La Mancha' één van de boeken, die in de meeste talen vertaald is.

>>Ga verder naar Cervantes virtual.